In het suggestieve en sensuele oeuvre van Hans Hovy gaat beeldhouwkunst hand in hand met humor, ironie en machismo. Tegelijkertijd bespeelt hij de kijker door via abstracte organische vormen associaties op te roepen met lichamelijkheid, voyeurisme, aanraking en erotiek. Hoogleraar literatuurwetenschappen Ernst van Alphen bekijkt Hovy’s oeuvre in relatie tot sculpturale tradities en legt een verrassend verband met het vroege werk van Giacometti. Van Alphens tekst Scenes uit een huwelijk vormde aanleiding voor de tentoonstelling King of Sculpture, een wonderlijk overzicht met Hovy’s bronzen en gietijzeren ‘spelen’ uit 1995 tot en met zijn meest recente werk in speksteen en albast. Het laat, aldus Van Alphen, zien hoe Hovy de spanning tussen de verschillende elementen in zijn werk telkens tot een dramatisch hoogtepunt weet op te voeren en zo met zijn werk een nieuwe ontwikkeling toevoegt aan de beeldhouwkunst.
Neem bijvoorbeeld Hanging Sausages: Cast Iron ordinary (1995), een plateau waarop worstvormige en bolvormige elementen in een nauwkeurige compositie zijn opgesteld terwijl ze tegelijkertijd de kijker lijken uit te dagen de handzame vormen opnieuw te rangschikken. Dat is uiteraard niet de bedoeling maar het toont wel dat de spanning tussen de vormen onderling zo herkenbaar is, dat we willen ingrijpen, alsof we aan zet zijn in een schaakspel.
Of neem Small Little, Lovely I, waarin een donkerglanzend bronzen basis dient als sokkel voor een albasten kleine sculptuur, maar tegelijkertijd via ronde uitstulpingen, met diezelfde sculptuur lijkt te communiceren. Het plateau is sokkel en beeld tegelijk. Van Alphen noemt zulke beelden scenische sculpturen waarbij het plateau ruimte biedt aan een theatraal moment. In een serie draagbare en ondraagbare ringen (een serie die Hovy maakte vanaf 2010) krijgt het plateau overigens nog een extra dimensie. Staand als een sculptuur wordt de ring een sokkel die een klein plateau draagt, maar gedragen aan de vinger wordt die functie overgedragen op het lichaam en dient het lichaam als podium.
Wat zich op het podium of plateau afspeelt is ‘in the eye of the beholder’. Dat geldt zeker voor zijn werken in speksteen en albast waarbij de bleek rozige kleuren bijna onvermijdelijk associaties oproepen met huid. Er zijn worstvormen en rondingen, er zijn gaten die ons als in een peepshow (theater!) verleiden en waar je schoonheid en intimiteit ervaart ‘for your eyes only’. En er is licht (een theatraal ‘materiaal’ bij uitstek), fluweelzacht, dat Hovy inzet door de transparantie van het albast. Omdat Hovy’s vormentaal wel suggestief is maar nergens expliciet weet je nooit zeker waar je naar kijkt. Iets kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn, hard en zacht en binnen- of buitenkant. Het toneel kan een speelveld of een slagveld zijn. Elke betekenis is vloeibaar. Daarmee vormt het werk volgens Van Alphen een herformulering van de sculpturale logica. Het tekent Hovy als ‘King of Sculpture’, de even ironische als uitdagende naam van de tentoonstelling. In het gelijknamige werk wordt de titel gevormd door uitgehakte en gepolijste letters rondom een ruw brok albast – ook een soort toneelplateau – waarop bijna pesterig een aantal brokstukken balanceren en tegelijkertijd het zicht op het geheel ontnemen. Het werk ontketent – alweer typisch Hovy – een reeks aan associaties: de Amerikaanse presidenten op Mount Rushmore, de iconische letters van het Hollywood sign, maar ook de geestige Equillibres serie van de Zwitserse kunstenaars Fischli en Weiss waarin met keukenspullen onmogelijke evenwichtkunstjes worden gesuggereerd. Er zijn referenties naar de klassieke en moderne beeldhouwkunst – denk aan Michelangelo of aan Rodin die uit de steen vrijmaakte wat er al in besloten lag, naar de schoonheid van de ruïne, en natuurlijk, zowel letterlijk als figuurlijk naar de apenrots waarop de ongrijpbare Hovy triomfeert als de grote verleider.
-Esther Darley